Mishandeling vrouwen

Vrouwen zijn eeuwenlang op een andere manier gewaardeerd, beoordeeld en behandeld dan mannen, bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs, vergoeding voor werk, eigendom, vererving, seksualiteit, deelname aan het openbare leven en kiesrecht. Het mannelijk denken en doen stond centraal, het gedachtegoed dat overheerste was, dat vrouwen "anders" waren en op grond daarvan een andere bestemming, rol en plaats in de maatschappij hadden dan mannen. Tussen mannen onderling bestonden ook grote verschillen op basis van eigendom, seculiere of religieuze macht en afkomst, deze verschillen werden kritisch geanalyseerd en bestreden door bewegingen als het communisme, socialisme en anarchisme. In het feminisme gaat het om alle vormen van onderscheid tussen mannen als klasse en vrouwen als klasse.

Zo werden vrouwen in Nederland en België op grond van wettelijke regels of gewoonten vele eeuwen niet toegelaten tot politiek of openbaar bestuur, tot ambachten en beroepen, school of universiteit, konden de meesten geen zelfstandige rechtshandelingen verrichten, golden democratische rechten niet voor haar en liep vererving via de mannelijke lijn. Werk dat vrouwen deden werd ofwel niet waargenomen, of het werd niet beschouwd als werk en zelden beloond. Werk van mannen stond maatschappelijk in het middelpunt, werd beschouwd als beroep of ambacht, beschermd door regels en beloond in geld of goederen en/of statusverhoging

In de jaren zeventig van de negentiende eeuw was Aletta Jacobs de eerste vrouw in Nederland die een Hoogere Burgerschool bezocht, studeerde en zich als arts vestigde (1878). In kranten werd ze grof bespot en een van haar broers verklaarde haar voor dood. In België werd het vanaf 1880 voor vrouwen mogelijk te studeren en was Marie Popelin de eerste vrouw met een academische graad. Popelin werd echter geweigerd als advocaat.

Tot het begin van de twintigste eeuw waren vrouwen (net als de meerderheid van mannen) uitgesloten van het kiesrecht. Tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw was het in Nederland gebruikelijk dat vrouwen automatisch hun baan verloren zodra ze in het huwelijk traden, voor vrouwelijke ambtenaren was dit wettelijk vastgelegd. Gehuwde vrouwen waren tot die tijd juridisch handelingsonbekwaam. Tot in de jaren tachtig van de twintigste eeuw hadden gehuwde vrouwen aanzienlijk minder rechten in de sociale zekerheid, was een gewelddaad als verkrachting niet strafbaar wanneer dit door de echtgenoot gebeurde en bestond voor vrouwen geen recht op gelijk loon.

In de meeste landen met een kapitalistisch regime is op dit gebied sinds 1880 veel veranderd in een voor vrouwen positieve richting. In landen waar na 1945 een communistisch staatsbestel werd ingevoerd kregen vrouwen op de terreinen opleiding, werk, inkomen en sociale voorzieningen al snel ongeveer dezelfde rechten als mannen, maar een deel daarvan werd met de herinvoering van het kapitalistische staatsbestel teruggedraaid. Ook in veel andere landen zijn golfbewegingen te zien: na veranderingen die achterstanden van vrouwen wegwerkten, volgen tendenzen in een voor vrouwen negatieve richting.

Mishandeling van vrouwen

Geweld tegen vrouwen door echtgenoten of partners komt veelvuldig voor. Het slachtoffer van "partnergeweld", is in verreweg de meeste gevallen de vrouw, de dader de man. Het is tevens een ingewikkeld probleem omdat het zich in de privé-sfeer afspeelt waardoor hulpverleners en politie geneigd zijn zich terughoudend op te stellen. Bovendien presenteren vrouwen hun probleem vaak niet als hulpvraag. Op deze manier kan geweld in relaties vaak jarenlang onzichtbaar blijven voor de buitenwereld en doorgaan zonder dat iemand iets onderneemt.
Veelal ontstaat het geweld heel geleidelijk; het begint met kleine vernederingen en een sterke controle van de man over de vrouw. Dan valt er een klap en nog eens een klap. Als de vrouw niet instaat is zich te verzetten kan een situatie van chronische mishandeling ontstaan. Het blijkt voor beide partijen dan erg moeilijk te zijn om zich zelfstandig aan dit proces te onttrekken. De permanente dreiging- en onvoorspelbaarheid van nieuw geweld zorgen ervoor dat vrouwen voortdurend anticiperen op het gedrag van de partner. Hun zelfbeeld wordt sterk aangetast en door de controle die de partner op hen uitoefent wordt hun autonomie steeds verder aangetast.

Waarom vertellen vrouwen het niet gewoon of gaan ze niet weg bij hun partner:

  • Angst voor verdere escalatie en dreigen met geweld, niet alleen naar zichzelf maar ook naar de kinderen. Deze angst wordt nog versterkt doordat er steeds minder geloof is in zichzelf om het geweld te kunnen stoppen
  • Schaamte en schuld Vrouwen voelen zich in veel gevallen nog steeds verantwoordelijker dan mannen voor een goedlopend gezinsleven. Als er iets mis gaat in de relatie geven ze zichzelf de schuld. Daarnaast bestaat er de schaamte naar de familie en de buitenwereld en vrees door hen niet begrepen te worden (de buitenwereld reageert vaak sussend of met ongeloof).
  • Praktische belemmeringen Vrouwen die weg gaan bij hun partner verliezen hun huis en vaak een deel van hun inkomen. Migrantenvrouwen verliezen vaak hun recht op verblijf in Nederland (zolang ze minder dan 3 jaar in Nederland verblijven zijn zij voor hun verblijfsvergunning vaak afhankelijk van hun partner)

Maak jouw eigen website met JouwWeb